Congressen

Concurrentiepositie Amsterdam op internationale congresmarkt loopt gevaar

Het panel tijdens het Horwath HTL Hotel Event 2023

De concurrentiepositie van Amsterdam op de internationale congresmarkt loopt gevaar. Het toerismebeleid van de hoofdstad is een belangrijk nadeel ten opzichte van concurrerende congressteden. Maar er zijn nog meer negatieve tendensen te bespeuren, zo blijkt tijdens het Horwath HTL Hotel Event op dinsdag 12 september in het Amsterdamse hoofdkantoor van ABN AMRO.

“Amsterdam is niet goed bezig”, stelt Stef Driessen. De Sector Banker Leisure van ABN AMRO toont een tabel die duidelijk maakt dat de toeristenbelasting in de hoofdstad het zesvoudige is van het gemiddelde bij de top 13 concurrerende congressteden zoals bepaald in de ICCA-ranglijst.

Toeristenbelasting werkt verlammend

Volgend jaar wordt deze factor het zevenvoudige en gezien de tendens van de Amsterdamse toeristenbelasting zou dit nog de jaren daarna nog verder kunnen toenemen. Het is met name de onvoorspelbaarheid die verlammend werkt op organisatoren van internationale congressen, aldus Driessen. Die bepalen vaak drie tot vier jaar van tevoren waar hun congres gaat plaatsvinden.

Panellid Erik Jan Ginjaar, CEO van Postillion Hotels, ervaart dit in de praktijk. Hij verloor de pitch voor congres in 2026 van drie dagen met duizend deelnemers vanwege de hoge toeristenbelasting. En om diezelfde reden haakte ook een ander internationaal congres af.

Apart beleid

Van zakelijke bezoekers heeft de stad minder overlast en uit onderzoek is gebleken dat die meer geld uitgeeft tijdens het bezoek, betoogt Driessen. Zakelijke bezoekers genereren per dag drie tot vier keer zoveel inkomsten als recreatieve bezoekers, zo blijkt uit gegevens van Eurostat. Per verblijf spendeert een individuele zakenreiziger 633 euro. Een congresdeelnemer geeft zelfs gemiddeld 1.131 euro uit per verblijf.

Hij zou het liefst zien dat voor zakelijk toerisme geen belasting wordt geheven, zoals bijvoorbeeld in Madrid, Londen en Kopenhagen. Als alternatieve optie noemt hij een gedifferentieerd tarief, waarbij de door de leisure toeristen gedomineerde zomermaanden het duurste zijn. Ook is het een optie – met oog op de gemeentekas – om de dagtoeristen die per trein Amsterdam binnen komen een euro toeslag te betalen. De poortjes staan er immers al, aldus Driessen.

Onvoldoende gastvrij

Niels Klinkhamer, professioneel organisator van internationale congressen, ziet nog een bedreiging voor de positie van de Nederlandse congresbranche. Onze gastvrijheid – in de breedste zin van het woord – voldoet niet aan internationale standaarden. “We staan er internationaal qua gastvrijheid al een aantal jaar slecht op. Het is van belang om op dit vlak een kwaliteitsslag te maken”, aldus Klinkhamer.

Hij wijst ook op de weder opkomst van ‘bleisure’ waar het zakelijk bezoek wordt gecombineerd met extra vrije tijd en het meekomen van de partner of het gezin. Dat betekent dat de organisator ook andersoortige vragen op zich afkrijgt. Bijvoorbeeld ‘Waar is de sleutel van de kolfkamer?’. Ook is komen er veel vragen over sportactiviteiten.

Ginjaar brengt enige nuancering aan bij het verhaal van Klinkhamer. Zo komt bleisure bij corporate congressen vrijwel niet voor. Ook meent hij dat de staat van onze gastvrijheid niet zo dramatisch is.

Imago onder zakelijke toeristen

Wel is gastvrijheid een punt van aandacht want het is lastig om aan voldoende goede mensen te komen. En de jonge generatie vindt te laat komen normaal en stapt al snel naar een volgende werkgever voor een euro per uur meer, vertelt Ginjaar. “Daardoor lukt het niet om goed team op te bouwen”.

Over hoe Nederland nu daadwerkelijk wordt bezien vanuit de ogen van de internationale zakelijke toerist wordt waarschijnlijk meer duidelijk als het Nationaal Bureau voor Toerisme en Congressen (NBTC) haar imago-onderzoek onder deze doelgroep heeft afgerond. Panellid Marlotte Jansen, Insights Expert bij het NBTC, vertelt dat in dit onderzoek de resultaten ook worden afgezet tegen die van andere bestemmingen.

Rotterdam geeft het voorbeeld

Om de bedreigingen voor de Nederlandse congressector compleet te maken, benadrukt Larissa Esser van Hera HRI, het bedrijf dat investeert in hotelvastgoed, dat Nederland er niet positief opstaat bij buitenlandse investeerders. De verhoging van de overdrachtsbelasting van 6 naar 10,4 procent in twee jaar tijd is logischerwijs slecht ontvangen, maar met name de instabiliteit van de politiek vormt een extra risico voor deze investeerders.

Stef Driessen had ook nog twee positieve noten voor de meeting industrie. Zo roemde hij de aanpak met bijbehorend resultaat van Rotterdam om internationale congressen naar Nederland te halen. Daarnaast is de vergadermarkt groeiende, mede omdat onder andere overheden en financials hebben gesneden in hun kantoorbestand en daardoor meer buiten de deur vergaderen.

Horwath HTL Hotel Event

Het Horwath HTL Hotel Event wordt jaarlijks georganiseerd rondom de presentatie van het Hosta-rapport met de resultaten van Nederlandse hotels over het afgelopen jaar. Vanwege het jaarthema meeting industrie is er dit keer ook gekeken naar de verschillen in hotelboekingen tussen de vrijetijds- en zakelijke markt.

Qua herstel van de RevPar (gemiddelde opbrengst per beschikbare kamer) na de coronapandemie lopen congreshotels nog achter bij de hotelmarkt in haar algemeen, laat Ewout Hoogendoorn van Horwath HTL zien. Op zich geen ongebruikelijke ontwikkeling. Met name het zakelijke bezoek vanuit Azië en de Verenigde Staten loopt nog achter.


Deel dit bericht


Reacties

Er zijn nog geen reacties.


Plaats een reactie

Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.


Schrijf je nu in voor onze nieuwsbrief